De Algemene Begraafplaats langs de Weverij, gelegen tussen Achterkerkstraat en Kostverloren, werd in 1829 in gebruik genomen, nadat Koning Willem I kort daarvoor om redenen van hygiëne had besloten dat mensen niet langer meer mochten worden begraven in of rondom kerken. Aan het begraven bij of in de Oude Kerk op de Markt (toen nog de enige kerk ter plaatse) kwam toen een einde.
De Oude Begraafplaats werd geopend in het jaar 1829. Deze ‘dodenakker’ was vanaf het begin een algemene, gemeentelijke begraafplaats. Daarmee werd bedoeld dat mensen van allerlei soorten geloofs- en levensovertuiging er terecht konden. Negentig jaar later was de begraafplaats helemaal vol. Gedurende deze periode (1829 – 1919) zijn er ruim 9.000 mensen begraven. De stoffelijke overschotten van de mensen die er zijn begraven zijn nooit ‘geruimd’ en bevinden zich dus nog steeds onder de grond. Slechts een kleine minderheid werd op de Oude Begraafplaats aan het eind van de Achterkerkstraat begraven onder een gedenksteen. Voor de meeste mensen was dit in de 19e eeuw onbetaalbaar. Het gros van de mensen verdween zonder grafplaat onder de grond. De plek van het graf kon men terugvinden middels genummerd grafpaaltjes, die tussen de groene zoden werden geplaatst.
In 1986 besloot de gemeenteraad van Veenendaal om de toen al lang in onbruik geraakte en verwaarloosde Oude Begraafplaats rigoureus op te knappen. Volgens sommigen overigens iets te rigoureus. Van de ruim 100 gedenkstenen die er toen nog lagen of stonden werden er uiteindelijk 52 gespaard. De rest verdween in een puinbreker.
De meeste van de gedenkstenen stenen die wel werden bewaard liggen sindsdien langs beide zijden van het middenpad van de begraafplaats. Hierdoor liggen de op deze gedenkstenen genoemde personen niet precies daaronder begraven. De stoffelijke overschotten bleven achter op de oorspronkelijke plaats van teraardebestelling. Het plan is om in 2029 ruim stil te staan bij het 200-jarig bestaan van de Oude Begraafplaats, gelegen ‘tusschen de kerck en de Oude Moolen’.